Digitale contacten zoals sms en sociale media worden door velen ervaren als nuttig voor het onderhouden van contacten, al kleven er ook flinke nadelen aan.
Anderzijds gaat er ook veel tijd in zitten en veel jongeren kunnen de verleiding niet weerstaan om digitale boodschappen meteen te beantwoorden. Apparaten tijdelijk uitzetten wordt als lastig ervaren. Door bepaalde groepen, zoals mensen met autisme, worden persoonlijke ervaringen gedeeld waar ze later spijt van kunnen krijgen.
Een recent krantenartikel laat voor- en tegenstanders van digitale media aan het woord. Het zou volgens een neurowetenschapper slecht zijn voor je brein.
De controversiële Britse neurowetenschapper Susan Greenfield (65) meent dat het brein door digitale communicatie verandert wat zich laat vergelijken met de klimaatverandering die gaande is, die zou vooral het denken en voelen van jongeren ingrijpend veranderen. De plasticiteit van het brein, d.w.z. het de aanpassingsvermogen , zou door de beeldschermcultuur negatief beïnvloed worden. Er zijn zorgen over de vermindering van aandachtspanne en empathie en toename van agressie.
Zij wordt bekritiseerd door wetenschappelijk schrijver Martin Robbins (34): hij ziet haar stellingen als een generatieprobleem, mensen van middelbare leeftijd hebben generaties lang al kritiek gehad op jongeren die overeen komen met enige van haar standpunten: jonge mensen zouden gebreken hebben, een inferieur brein en een decadente leefstijl.
Maar Greenfield krijgt nu ook bijval uit academische hoek. Het zou niet alleen je denkvermogen aantasten, maar ook je invoelingsvermogen.
Neurowetenschapper Marcus Spitzer schrijft over Digitale Demenz, digitale dementie, waardoor onze denkvermogens kunnen gaan lijken op iemand die een psychische aandoening heeft of een hoofdletsel. Een ontwikkeling die veroorzaakt kan zijn door een toenemend gebruik van digitale communicatie.
Psychologe Sherry Turkle (67) van het gerenommeerde Massachussets Institute of Technology lijkt Greenfield te ondersteunen. Zij doet al 30 jaar onderzoek naar de psychologie van de online contacten. Ze schreef het boek Reclaiming conversation, the power of talk in a digital age.
Zij stelt dat we stiller worden van onze technologie. De continue aanwezigheid van mobiele apparatuur, zelfs al we alleen zijn, tast ons vermogen aan om met anderen te praten. We sms- en meer en praten minder. Stilte en gesprek, alleen zijn en samen zijn, zijn met elkaar verweven. Als we alleen zijn bereiden we ons voor op volledig sociaal kunnen zijn.
Zowel Greenfield als Turkle menen dat technologie het vermogen van empathie negatief beïnvloed. Aan de Universiteit van Michigan werd onderzoek gedaan waarbij studenten tussen 1980 en 2010 vergeleken werden. In 30 jaar was het invoelingsvermogen van studenten met niet minder dan 40% gedaald. De sterkste daling was na 2000, na dat jaar tijd nam het gebruik van sociale media een hoge vlucht.
Een recent Canadees onderzoek toont aan dat tieners die veel gebruik maken van sociale media, d.w.z. meer dan 2 uur per dag, meer risico lopen op psychische problemen. Ouders dienen alert te zijn op stemmingswisselingen e.d. Facebook kan tieners aanzetten tot risicovol gedrag, dat ze kopiëren van digitale vrienden/leeftijdgenoten, zoals alcohol- en drugsgebruik.
Er zijn ook voorstanders van internet en sociale media en het als een verrijking zien. Schrijver en consultant Clay Shirky schreef het boek Cognitive surplus. Hierin stelt hij dat Amerikanen die vroeger hun tijd verdeden met tv kijken nu veranderen. Ze nemen nu deel aan creatieve activiteiten en delen ervaringen met elkaar. Hij noemt dit het cognitief overschot en dit zou een triljoen uren per jaar aan (zinvolle) vrije tijd opleveren.
Tips over het gebruik van sociale media en ADHD
Volgens coach Jacqueline Sinfield is Facebook een geweldig instrument voor mensen met ADHD voor wie contacten onderhouden een enorme uitdaging is . Contacten onderhouden is contacten onderhouden via Facebook makkelijk en grappig. Een nadeel is dat je een glimp opvangt van het leven van anderen waardoor je je slecht kunt voelen over je eigen leven. Je ziet anderen die er leuk uitzien en plezier maken met familie en vrienden. Dat kan je een gevoel van tekort schieten geven alsof jouw leven niet is zoals het zou moeten zijn. Mensen delen niet alles op Facebook , een ruzie met hun partner of een dag waarop alles tegenzit bijv. doet hen wegrennen van de camera.
Ze geeft een aantal tips
- Gebruik Facebook om contact te houden met je vrienden over de hele wereld.
- Je weet niet wat er zich achter de coulissen afspeelt tenzij je goed bevriend bent met hen
- Geen enkel leven is perfect. In ieder leven zijn er aspecten die men anders zou willen zien
- Als er onvrede is bij het kijken naar foto’ s kan dit vanuit een verlangen zijn: wil je meer reizen, meer aan je gezondheid werken ze hebben net een nieuwe liefde ontdekt, mogelijk verlang je zelf naar een partner. Gebruik je onvrede als gids om je verlangens verder te onderzoeken.
Samenvattend : er zijn zorgen over digitale communicatie met name voor jongeren. Facebook kan een verrijking zijn als we het gebruiken om contacten op eenvoudige wijze te onderhouden en zorgvuldig omgaan met privacy gevoelige informatie. Als het om dit soort gevoelige informatie gaat kan een besloten groep uitkomst bieden.
Hoe staat het met jouw Facebook of Twitter gebruik?
Gebruik je het voor het onderhouden van je contacten of voor discussie onderwerpen? Zie je valkuilen voor jezelf of voor je naasten? Of vooral voordelen?
Peter Paul Both, BreinVitaal
tel. 06-38017652
info@breinvitaal.nl
Bronnen
Abigail Levene. Nooit meer praten, de sociale schade van digitech. Financieel Dagblad 24/10/2015
J Sinfield ADHD adults and social media www.untappedbrilliance.com/blog
Sampasa-Kanyinga & Lewis . 2015. More social media use linked to mental health problems in teens www.gracepointwelleness.org